Duikreis Noord Sulawesi
Duikreis Noord Sulawesi
Reisverhaal door Loek en Henk
Het is een paar weken voor ons vertrek als Sulawesi wordt getroffen door een grote aardbeving met daarop volgend een Tsunami. Ik probeer een paar dagen later contact op te nemen met Thalassa Manado waar we onze eerste week zouden doorbrengen, maar gelukkig krijg ik al bericht van Simone Gerritsen dat er in het noorden niets aan de hand is. We kunnen gewoon komen, er is daar niets van de aardbeving en de tsunami te merken geweest.
Op 5 november zitten Henk en ik in het vliegtuig op weg naar Jakarta. Na een lange vlucht komen we daar aan, verkrijgen onze stempeltjes om het land in te mogen en na een lange overstap en nog een vlucht van ong. 3,5 uur, landen we op Manado. De spullen van de band en hup… op weg naar Thalassa Manado. We worden op de luchthaven opgepikt door het resort van Thalassa in Manado. Een half uurtje later staan we op het resort en daar worden we vriendelijk ontvangen, eten een héérlijke pizza en springen dan gauw in onze bedjes. De volgende ochtend staat om 8 uur onze eerste duik op het programma.
We varen de volgende ochtend naar een duikstek vlak bij het duikcentrum. Het lijkt een beetje een rommelig rif, maar er blijkt even later véél te zien! De watertemperatuur is ongeveer 28 graden en er staat slechts een kleine stroming. Na een uurtje komen we enthousiast boven. Daarna varen we terug naar Thalassa en halen wat uitslapers op voor de tweede duik die om 10 uur vertrekt. We duiken deze keer bij Bunaken National Marine Park, een kwartiertje varen bij Thalassa vandaan. Was de eerste stek een mooie helling, hier wacht ons een steile wand. Recht voor het dorpje Bunaken gaan we onder. Het ziet er fantastisch uit! Volop leven, kleuren en “eindeloos” ver zicht met een beetje stroming. Natuurlijk maak je de meeste duiken met de stroom mee. Zo doe je ruim een uur met je fles . Dan maken we een lange oppervlakte-interval van 2 uur. Lekker lummelen aan boord of wat zwemmen, een kleine lunch en iets verderop weer te water. Het grote, lange rif voor Bunaken is eenvoudig opgedeeld in duiklocaties die eenvoudig aangegeven worden: Lekuan (hoek) 1, 2 en 3. Het blijkt er keer op keer vol te zitten met schildpadden. Op sommige momenten zie je er zomaar 5 tegelijk en 15 tot 20 schildpadden op één duik is geen uitzondering. Maar er is natuurlijk nog veel meer te zien. Het rif biedt plaats aan héél veel vis. Af en toe zwemt er een haai voorbij of een tonijn en verder kijk je je ogen uit tussen de harde en zachte koralen naar ander leven.
Aan het eind van de middag varen we weer terug naar Thalassa. Er is tijd voor wat ontspanning in en rond het zwembad, je pakt wat te drinken in het restaurant of vermaakt je wat in je bungalowtje. Lekker buiten zitten onder je eigen veranda kan ook. Het uitzicht is prachtig, omdat wij een Top Hill bungalow hebben. Pim waarschuwde ons voor de klim, maar wij vinden het wel meevallen. Toch heet onze plek vanaf de eerste dag Pim’s-Hill. ’S Avonds moet je opletten, dan lopen er veel kikkertjes rond en wij willen er niet op trappen. De treden van de trap zijn ook ongelijk, dus een zaklantaarn is geen overbodige luxe. Maar ook daar is aan gedacht: die zit aan je sleutel van de bungalow.
Er wordt elke dag uitstekend voor ons gezorgd! Heerlijk eten en drinken en allemaal authentiek voor de streek Mindahassa. Water, thee, koffie staat de hele dag voor je klaar. Alle maaltijden zijn kleine maar heerlijke buffetten..
Ook ’s avonds blijft het nog heerlijk warm en doodmoe storten we ons bijna elke avond voor half tien op ons bed om de volgende morgen om kwart voor zeven weer op te staan.
De dagen die volgens verlopen vergelijkbaar. Elke morgen wordt er bekeken waar we gaan duiken en wie er mee gaan. Soms ben je de hele dag op de boot, soms kom je nog even terug om andere duikers op te halen. Wij maken elke dag minimaal drie, soms vier duiken per dag.
Op woensdag is Simone uit Europa terug van allerlei duikbeurzen en bijeenkomsten. Zodra we elkaar zien worden de armen stevig om elkaar heen geslagen en een flinke knuffel slaan we ook niet over. Ze is heel blij dat er weer gasten zijn van haar oude clubje uit Amsterdam. Ik moet verslag doen van ons 30 jarig jubileumfeest, we halen herinneringen op en in no time maken we dezelfde grappen als toen.
Je merkt dat in “onze groep” er een aantal zijn die niet helemaal snappen wat ik in een Thalassa shirt doe en hoe Simone me begroet en met me omgaat. We leggen uit wat ons bindt en dat vindt de rest ook weer erg leuk. Henk en ik blijken wel tot een klein select groepje te horen die elke dag 3 duiken maken. De rest houdt het meestal op twee. Soms zijn ze over te halen om nog een nachtduik te maken.
Op donderdagochtend gaan we met ons hele groepje naar de lokale markt in Manado. Ik had er al het e.e.a. over gehoord en was op het ergste voorbereid. Dat ergste hoefde ik ook echt niet te zien en had me voorgenomen dat volkomen te negeren mocht ik er toch op stuiten. In MIndahassa eet men nl. hond en de bevolking vindt ze het lekkerst als het adrenalinegehalte in het bloed van de honden hoog is als ze worden geslacht. Er schijnen zich werkelijk horror taferelen te voltrekken bij het slachten om de adrenaline maar zo hoog mogelijk te krijgen. Gelukkig hebben we het niet gezien. Wel zagen we hoe ze schoon werden gemaakt in de rivier.
Verder moet je maar even door de combinatie van open riool en vismarkt heen bijten en dan volgt een ontspannen ochtend, waar je zelf ook een van de bezienswaardigheden bent. Maar iedereen is vriendelijk en foto’s maken is geen probleem. Op een andere markt drinken we koffie, eten er allerlei koekjes bij en gaan daarna terug naar Thalassa voor een middagduikje.
Dan is het vrijdag en hebben Henk en ik voor onszelf geregeld dat wij naar het bekende Molas wrak gaan dat vlak voor de deur ligt tussen 22 en 41 meter. Aanvankelijk zouden we met 2 andere duikers uit onze groep gaan, maar plots sluiten er nog wat meer aan en gaan we toch met een groep van 7 mensen. Er gaan genoeg gidsen mee en Simone geeft zelf een uitgebreide briefing over het wrak en zijn historie. Het wordt inderdaad een flinke diepe duik, maar binnen de deco-nultijden maken we de duik af langs het nabij gelegen rif. En ook daar zie we weer veel leuke dingen, net als op het wrak zelf. Het is mooi begroeid, veel originele onderdelen zijn nog te vinden en bij de afdaling naar het wrak zie je het al mooi opdoemen uit de diepte. Simone raadt ons ten sterkste af om het wrak in te gaan. Het ligt er nu ruim 70 jaar en het staal en ijzer begint slecht te worden. Ze is bang dat je in het wrak onderdelen op je zou kunnen krijgen die plots afbreken.
Jammer dat het daarna ’s middags een beetje mis gaat voor een van onze groepsgenoten. Henk en hij zitten elkaar een beetje in de weg, Henk gaat iets omhoog, hij gaat onder Henk door en wordt op dat moment gestoken door een Sting-ray die daar in het zand lag. Samen met de gids stijgen ze op naar de boot, waar het al gauw duidelijk wordt dat er iets moet gebeuren. Snel komt iedereen aan boord en wordt ons slachtoffer zo goed als mogelijk geholpen. De duikgidsen zijn goed opgeleid door Simone en weten wat ze moeten doen. De vraag is: eerst naar Thalassa of gelijk naar het ziekenhuis. Er wordt besloten voor het laatste. We liggen met de boot slecht 100 m. voor strandje langs een drukke straat van Manado en het ziekenhuis is dichtbij. De gidsen bellen een minibus, we varen naar de straat en in een mum van tijd gaat onze mededuiker onder begeleiding van twee gidsen en een van ons naar het ziekenhuis. Wij varen met de boot terug naar Thalassa.
Een steek van een Sting-ray is niet dodelijk, maar wel uiterst pijnlijk en na een behandeling in het ziekenhuis kwam de pechvogel weer naar Thalassa. Een paar dagen niet duiken en dan maar weer eens kijken hoe het gaat.
Zondag werd de pret tot het hoogtepunt gebracht toen Simone besloot om met ons mee te gaan duiken. Thalassa Manado en Thalassa Amsterdam samen onder water! Simone dirigeerde de kapitein naar “Secret Garden”. Dat is bijna Simone d’r “eigen” duikplek die ze jaren geleden bij toeval heeft ontdekt en waar nooit andere duikcentra komen. Je maakt van dichtbij mee hoe familiair ze met haar personeel om kan gaan, de jongens grappen met haar maken, zonder het respect voor haar te verliezen. Ik denk dat dat heel uniek is in een land als Indonesië. Er wordt gedold met elkaar alsof het duikteam Thalassa aan de Spaarndammerstraat anno 1988 is.
Natuurlijk gaan we samen op de foto onder water en wordt het veel later dan in de planning staat.
Morgen vertrekken we naar Lembeh, maar niet voordat we het “schooltje” van Simone hebben bezocht, wat allang geen “schooltje” meer is, maar een volwaardige basis en middelbare school is geworden, waar veel kinderen uit de omgeving van profiteren voor de rest van hun leven. En dat is ook Simone. Ik ben benieuwd, want ik 2007 schreef ik al over het schooltje toen ik eerder bij Simone was. Hoe zal het er nu uitzien?
Het blijkt een stuk gegroeid te zijn! Er gaan tegenwoordig 350 kinderen daar naar school. Ze komen zelfs van de hele andere kant van het eiland en blijven op school logeren. Stel je daar niets bij voor: twee stapelbedden in een klein kamertje voor 4 kinderen. Eén van de stapelbedden die we zien is van zo’n kwaliteit dat de matras gewoon weer op de grond ligt. Er is een heel klein beetje ruimte voor een bureautje en een kastje voor spulletjes en kleren en dat is het. Geen airco of andere luxe. Een kaal peertje aan het plafond. Het gemeenschappelijk toilet/badkamer is alleen via het kleine keukentje te bereiken waar door de kinderen zelf wordt gekookt. Maar ….. ze gaan naar school!! Ze leren en werken aan hun toekomst en dat zijn ze zich heel erg bewust! Voor deze logees zijn er twee “pleegmoeders” die deze taak naast hun gewone werk bij de school doen.
Hoe de school gerund wordt is een ingewikkelde kwestie. Er is een deel dat privé gerund wordt, maar ook de overheid heeft het een en ander in de melk te brokkelen en ook nog de kerk. Hoe dat precies zit? Ik weet het niet meer, maar het was in ieder geval duidelijk: het is niet makkelijk.
Er is daarom een stichting in Nederland die de school en de kinderen ondersteund en zo kan je hiervandaan de school ondersteunen. Voor €25,= per maand laat je een kind naar school gaan.
Het is natuurlijk ontzettend leuk om op de school rondgeleid te worden door Simone, de staf en de kinderen zelf. Aan het eind van de ochtend ben ik drie dametjes rijker in mijn vriendengroep op Facebook. Ze willen zo graag met je op de foto en dit is even een makkelijke manier om ze alledrie de foto’s te sturen.
Dan reizen we ’s middags af naar Lembeh. Een leuke autotocht leidt ons naar Bitung aan de oostkust van Noord Sulawesi. Lokale weggetjes worden gevolgd omdat er een verkeersopstopping is bij de kruising met de in aanbouw zijnde snelweg. We slingeren door de heuvels over kleine weggetjes, terwijl we gaten , kuilen en allerlei verkeer ontwijken.
Bitung is groot en vies en de haven past helemaal in dat beeld. Je komt ogen te kort als je hier even moet wachten op de boot. Jíj bent de bezienswaardigheid. Dan varen we over naar Lembeh, een tochtje van ong. 20 minuten (?). Je ontsnapt aan de vieze stad, ziet groen overgoten heuvels voor je liggen met piepkleine dorpjes aan zee, terwijl er grote zeeschepen overal voor anker liggen. Je ziet op de stromingen hele slierten afval van de stad drijven. De jongens op de boot doen hun best om dit te ontwijken. En dan ineens lijkt het allemaal veel schoner te worden. Het krijgt een idyllische aanblik. Het piepkleine Thalassa resortje komt in zicht. Het ligt er prachtig verscholen in een klein baaitje, met daarnaast twee kleine dorpjes aan het water. Dan blijkt ineens dat de stroming de laatste dagen zodanig is dat “ons”strandje het verzamelpunt is van al dat plastic dat we zien drijven. De oorspronkelijke eigenaar van het stukje grond waarop nu het resortje staat is echt elke dag eigenhandig in de weer om al dat vuil bijeen te harken uit het water (en daarna te verbranden). Dat gaat zo een paar dagen door en een van ons groepje duikers besluit om haar handen uit de mouwen te steken en een duikje op te offeren voor het milieu. Gelukkig draait de stroming en zijn wij het kwijt, maar zonder twijfel komt het dus nu ergens anders terecht.
Dit resortje is super modern. Strakke, moderne bungalowtjes met moderne airco’s, mooie slaapkamer met fijne bankjes, lekkere luie stoelen op je eigen veranda, een prima badkamer, fijne klamboes, wat wil je nog meer? Oh ja … een mooi uitzicht, maar dat heb je ook en oh ja … een lekker zwembadje, maar dat heb je ook! En afkoelen in het zwembadje? Vergeet het maar! Het water is gewoon 31 graden. Dus nog warmer dan het zeewater. Het eten is er prima, de sfeer met de staff uitstekend en het duiken is bizar! Je vaart richting de bende van de stad, gaat ergens te water en je weet niet wat je ziet! Op één duik twee Blue-ringed Octopus, Flamboyant Cuttlefish, bizarre Schorpioenvisjes, Hairy Frogfish, zeepaardjes, naaktslakken. Echt elke duik denk je aan het begin: “Hier valt toch niets te zien?”, maar elke duik komt iedereen enthousiast boven en heeft iedereen weer iets anders gezien. Zo varen en duiken we deze week over en in de straat van Lembeh. De tegenstellingen blijcven me verbazen: prachtige bosrijke groen heuvels, afgewisseld met het uitzicht op Bitung met z’n vervuiling, de grote zeeschepen en de wetenschap dat er onder je allerlei prachtige dieren leven.
Grappig dat ik sommige duikstekken nog herken van 11 jaar geleden. Op een van de laatste nachtduiken duiken we letterlijk onder twee live-aboard-schepen van een Nederlandse crimineel die hier in beslag zijn genomen. In het donker, onder twee schepen duiken met zwart vulkanisch zand op de bodem: dat maakt het pas echt donker en lastig om iets goed op de foto te zetten. Toch zien we véél mooie en bijzonder dieren. Prachtige langoesten, diverse soorten Schorpioenvissen, frogfish en op het eind nog even een schooltje fraaie pijlinktvisjes.
Deze dagen laat de zon zich ook wat vaker zien en krijgen we een aardig kleurtje. De sfeer met de andere Nederlanders is uitstekend. En zo vliegt de tijd voorbij met drie of vier duiken per dag. Onze computers draaien aan een stuk door.
Dan gaan Henk en ik de laatste dag lopend op pad naar het dorpje dat naast ons resort ligt, net om de hoek van de “berg”. Vanaf ons bungalowtje steil omhoog door het bos naar de weg over een geitenpaadje. Eenmaal aan de weg blijkt het een prima geasfalteerde weg te zijn. Zonder kuilen, zelfs met belijning! De weg blijkt super rustig te zijn. Een paar brommertjes passeren ons. Een vraagt waar we heen gaan. Ja… dat is de goede kant op. De dorpjes worden gemarkeerd door een heuse poort. Twee gemetselde pilaren met daar overheen aan afdakje met daaronder een bord met de naam van het dorp. Een hele nette betonstraat leidt ons het dorpje in. Aan weerszijde een diepe, brede betonnen goot. Er kan hier dus veel water vallen! Het ziet er allemaal veel beter uit dan we vooraf dachten. Mens zwaaien naar je, willen een praatje met je te maken en zo komen we aan de waterkant bij het baaitje waar ook Thalassa aan ligt. Wie daar woont heeft het duidelijk armer. Vooraan hadden de mensen een kleine tuintje met plantjes en bomen, hier staan de huisjes op palen, is er geen tuin meer en zie je duidelijk dat hier de zee twee keer per dag onder de huisjes doorstroomt. Het zwarte vulkanische zand huisvest honderden zwenkkrabbetjes. De huisjes hier zijn niet meer van beton en golfplaat, hier is alles van oude planken, houten platen en wat al niet meer zij om het maar enigszins op een huis te doen lijken. We kijken rond, vragen of we een foto mogen maken. De mensen reageren vriendelijk en ik verbaas me voor de zoveelste keer in mijn leven hoe vriendelijkheid en armoede zo goed samen (kunnen) gaan.
De school gaat net om 10 uur uit als we besluiten om naar het volgende dorpje te lopen. Daar blijkt de helft van de kinderen te wonen, dus met een hele sliert achter ons aan wandelen we over de weg. We kletsen met z’n allen en er moet gejogd worden. En dat heuvel op bij 34 graden en een warm zonnetje. Nog steeds niet één auto gezien. Het tweede dorpje lijkt heel erg op het eerste, maar hier valt de grote kerk van golfplaten wel heel erg op. Het is er iets minder netjes, maar dat drukt de sfeer niet. We kletsen kort met een paar mensen en vatten de terugtocht aan. Een wandeling van 20 minuten, maar inmiddels staat de zon een stukje hoger en zijn er minder wolken. Het wordt puffen en zweten, maar we zijn toch weer zo terug bij Thalassa. Oh ….. wat een heerlijk zwembadje.
Dan pakken we de boel in, genieten nog voor de laatste keer van een lekkere lunch en stappen we op de boot naar Bitung. Oh … wat een bende is het hier toch. Opletten waar je tassen komen te staan op straat en dan rijden we naar de luchthaven van Manado. Ongeveer 50 km. waar je ruim een uur over doet. De vluchten naar Amsterdam verlopen keurig op tijd en op zaterdagochtend staan we bij een temperatuur van 4 graden weer op Hollandse bodem.